zondag 15 september 2013

Il Trovatore in het concertgebouw

Het nieuwe seizoen van de zaterdagmatinee trapte af met een uitvoering van Verdi's Il Trovatore (via deze link terug te beluisteren). Een goede keuze nu dit onderdeel van de befaamde trits van Verdi steeds meer op de achtergrond raakt. Dit zal deels liggen aan het feit dat deze opera weinig biedt voor de moderne opera regisseur. Ook het verschil in perceptie van dramatiek in de huidige tijd, die toch vooral gericht is op persoonlijke ontwikkeling die vergroot kan worden, zal daar debet aan zijn. De dramatiek in Il Trovatore zit in de handeling die op zijn tijd onnavolgbaar is.
Het was een gouden greep van Mauricio Fernández om een Italiaanse solisten te strikken die de opera ook op de planken hadden gezongen. Il Trovatore blijft immers toch eerst en vooral een echte ensemble opera die juist door een evenwichtige bezetting aan kracht wint. Doordat iedereen zijn rol uit zijn hoofd kende betekende dat op een enkele lessenaar een leeg toneel waar de zangers elkaar aankeken, naar elkaar gebaarden en op elkaar reageerden. De suggestie van een geënsceneerde uitvoering zorgde voor een grote meerwaarde.
Giancarlo Andretta leidde het RPO en groot omroepkoor in een snelle opgewonden uitvoering. Jammer was dat de andere kant van Il Trovatore die Giulini ons liet kennen op zijn onovertroffen opname uit 1985 niet te horen was. In dit kader moet ook wel opgemerkt worden dat het RPO geen Orchestra dell'Accademia Nazionale di Santa Cecilia is in dit repertoire. Het af en toe moordende tempo, ook door Paul Korenhof opgemerkt, zorgde op zijn tijd van niet afgemaakte fraseringen en ademnood. Toch is Andretta een dirigent vak verstaat, zeker toen hij in de derde en vierde akte op momenten de teugel deed vieren en in de grootse ensembles die Verdi schreef. Verder was het fijn dat het geen rigide authentieke uitvoering was waar alle topnoten waren geschrapt.
Het solistenteam was voor Nederland van een niveau dat alle pogingen van DNO in de recente Verdi producties doet verbleken en doet je afvragen hoe daar de casting geschiedt. De Manrico van Piero Pretti was genieten, een echte Italiaanse tenor met fraaie hoge noten. De hoge C waarmee hij Di quella pira afsloot was spectaculair. Maria Agresta's Leonora was in het begin nog wat voorzichtig maar was van grote klasse in de vierde akte. D'amor sull'ali rosee ontroerde door de vocale pracht en kwetsbaarheid die zij er in legde. De count di Luna werd door Nicola Alaimo met veel dramatiek en vocaal vertoon gebracht. De grote zaal smulde er van. Renata Lamanda sloot zich hier naadloos bij aan net als de erg goed bezette comprimariorollen. Maar in de ensembles ontketende de kracht zich pas echt, nogmaals wat een prachtige casting. Geen Il Trovatore voor de eeuwigheid maar wel een uitvoering waar ik zeer van heb genoten ! (JB)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten