maandag 29 april 2013

Nabucco in Londen en Die Walküre in Amsterdam

Niet alles wat de bariton Domingo aanraakt, verandert in goud. Dat bewees de voorstelling van Verdi's Nabucco afgelopen vrijdag in Covent Garden. Nabucco vereist anders dan de latere Verdi toch een echte belcanto stijl en die heeft Domingo de bariton niet voorhanden. Ook het feit dat de opera ondanks het historische belang niet tot de betere van Verdi behoord - veel geslaagder zijn uit deze tijd bijvoorbeeld Ernani of zelfs I Lombardi of Attilla - speelde daar een rol in. Er waren momenten dat de rasartiest Domingo zich liet zien maar dat was onvoldoende om dit een geslaagde avond te laten worden. Daarvoor waren ook de andere zangers van onvoldoende nivo. Tel daarbij op dat Pappano niet op de bok stond en er sprake was van een onsamenhangend, saaie en onduidelijke regie en het resultaat is duidelijk. De actualisering van Abbado is volkomen mislukt en onduidelijk en wordt niet veel duidelijker in de pretentieuse toelichting in het programma. Het feit dat het gordijn bij het slotapplaus niet voor een tweede keer open hoefde sprak boekdelen.

Zondag was het een stuk beter toeven in het Muziektheater. De reprise van die Walküre in de nog altijd prachtige productie van Audi was op zijn minst zo goed als de vorige reprise. Het Wälsungenpaar van Ventris en Naglestad is de beste die wij tot nu toe in het muziektheater hebben kunnen horen en zien. Ventris laat een viriele en betrokken Siegmund horen met net voldoende stamina om het einde van de eerste akte te halen. Hij toont in de tweede akte een empathie oproepende Siegmund. Zijn dood is daardoor een echt emotioneel moment. Na een prachtige Senta in 2010 was ook de Sieglinde van Naglestad een schot in de roos.  Puur vocaal zijn er betere Sieglindes te bedenken maar haar kwetsbare vertolking van een jeugdige en onschuldige Sieglinde was bijzonder. De magnifieke vertolking van Hunding door Groissböck maakte het feest in de eerste akte compleet samen met het spel van het uitstekend spelende NPO onder leiding van de onvolprezen Haenchen. Nog nooit heeft de eerste akte zo liefdevol en hartstochtelijk geklonken als met deze bezetting. De vertolking van Soffel's Fricka is hors catégorie qua interpretatie en presence. Zelf de sleet op haar stem doet niets af van de uniekheid van deze vertolking. Vocaal is de vertolking van Wotan door Mayer op de grenzen van zijn bereik maar zijn vocaal lyrische benadering van een Wotan met emoties - gebroken na de dood van Siegmund - past geheel binnen het concept dat Audi en Haenchen neerzetten. In dat kader past ook de mensenlijke Brünnhilde van Foster die geen stalen maar een driedimensionale menselijke Brünnhilde neerzette. Soms kan het heel goed toeven zijn aan de Amstel! (JB)

donderdag 18 april 2013

De terugkeer van Riccardo Chailly bij het KCO

Vanavond keerde Riccardo Chailly terug na zijn vertrek in de zomer van 2004. De wijze waarop hij toentertijd afscheid nam van het KCO en het muziekleven in Nederland was groots. Zowel zijn uitvoering van de negende van Mahler in het concertgebouw als de uitvoeringen van Don Carlo kunnen met gouden letters in de annalen van het KCO worden geschreven. De laatste voorstelling van Don Carlo op een warme zondag in juni 2004 was er een waar bijna alles klopte. De ovaties die Chailly toen kreeg zullen niet vaak te horen zijn geweest in het Muziektheater.

Negen jaar later stond Chailly pas weer voor het KCO in een concert dat opgedragen was aan sir Colin Davis. Directeur van het KCO Jan Raes wees terecht op het belang van de samenwerking. Toevallig roemde hoornist Jacob Slagter onlangs nog de uitvoeringen die het KCO met Davis gaf van de Sacre.

Eerder in de week had Chailly aangegeven alleen nog maar dingen te willen doen in Amsterdam die hij nog niet eerder had gedaan. Dat verklaart het programma van vanavond waar de tweede symfonie van Mendelssohn de hoofdmoot was en het volgende programma met muziek van Gershwin.

Voor de Lobgesang symfonie klonk "Elogium musicum amatissimi amici nunc remoti" van Henze. Chailly, het KCO en het groot omroepkoor zorgden voor een fraaie uitvoering waarin Chailly als vanouds de precisie en helderheid en transparantie te voorschijn haalden. De uitvoering van Lobgesan was voorbeeldig, waar het orkest met name in de symfonia zijn wereldklasse toonde met zeer verfijnd en licht beweeglijk spel. Het vocale slot verdiende alle lof door de bijdrage van het Groot Omroepkoor en de solisten met Michael Schade in de hoofdrol. Het ovationale applaus werd door Chailly zichtbaar geroerd dankbaar in ontvangst genomen. Het publiek in de grote zaal was in ieder geval zeer blij met de terugkeer van Chailly. Laten wij hopen dat hij sneller en vaker terug te horen zal zijn. Voor de verdere concerten verwijs ik naar de website van het nu koninklijk concertgebouw. (JB)

zondag 14 april 2013

Wagner door het KCO met Eva-Maria Westbroek

Arme Fritz dacht ik ...  Het gaat hier niet om onze Fritz maar om Burkhard Fritz , de tenor die samen met Eva-Maria Westbroek en het KCO onder leiding van Mariss Jansons een recital aan Wagner wijdde. Na drie seconden had Eva-Maria Westbroek met haar inzet van " Dich teure Halle" de voorafgaande teleurstelstellende aria uit die Meistersinger teniet gedaan en de zaal volledig naar haar hand gezet. De wijze waarop zij diezelfde Fritz als Siegmund in het slot van de eerste akte van die Walküre meesleepte was van allerhoogste klasse en zijn redding. De aria uit Rienzi was onvoldoende om hem signifikant te maken.  Wij mogen na vanavond concluderen dat Westbroek haar Sieglinde met recht op het nivo of qua expressie zelf boven het niveau van Brouwenstein geplaatst mag worden. Merkwaardig dat Frank van Aken niet zong. Hij had hier meer van gemaakt.

Na het zeer geslaagde concert ter ere van het 125 jarig bestaan van Concertgebouw met een uitmuntend spelend KCO - nimmer zal de suite uit der Rosenkavalier beter hebben geklonken - was het KCO wederom in topvorm. De prelude uit Lohengrin zal in Amsterdam niet beter gehoord zijn. Qua klankbeeld maakte Jansons en het KCO gehakt van de orkestklank die Edo de Waard redelijk recent in het Muziektheater bracht in die opera. Het slot uit de eerste akte van die Walküre had wellicht met meer zinnelijkheid gebracht kunnen worden maar de wijze waarop  slot uit Götterdammerung door het KCO en Janssons en Eva Maria Westbroek gebracht werd zal in het Wagner jaar in Amsterdam niet meer te horen zijn. Of zij ooit Brünnhilde ooit op het toneel zal kunnen zingen zal de vraag blijven maar haar Brünhilde hier was van ongekende diepgang en emotie. Morgen is het mogelijk dit concert op de radio terug te luisteren. Om 14.00 begint de uitzending. Niet te missen !!! (JB)