dinsdag 29 januari 2013

Guillaume Tell bij DNO

Een ieder die vanavond het slot hoorde van Guillaume Tell zal begrijpen waarom de zwaan van Pesaro stopte met het schrijven van opera. Wat kan een componist daar nog aan toevoegen?

DNO eerde Rossini met een nieuwe productie van Guillaume Tell in een coproductie met de Met. In een tot zover matig seizoen waarin alleen de derde akte van der Schatzgraeber er echt boven uit stak - en dan slecht het muzikale gedeelte - is deze nieuwe productie eindelijk weer eens een voltreffer die met gouden letters in de annalen van DNO kan worden bijgeschreven.

De enscenering van Audi is prachtig. Als Audi op zijn best is dan kan hij als geen ander een tijdloos mytisch verhaal vertellen waarin je meegezogen wordt.  Denk aan zijn ensceneringen van de Monteverdi opera's en de Ring. Na een teleurstellende Parsifal is deze Guillaume Tell van dat niveau. De wijze waarop bijvoorbeeld de derde akte in één grote spanningsboog zich ontvouwd is niets anders dan subliem te noemen. Het slot is magnifiek, hier valt alles op zijn plaats. Een moment dat aangrijpend en beklijvend is door de louterende werking die er vanuit gaat. Het decor en de kleding zijn hier volledig functioneel en esthetisch van grote schoonheid op momenten. De belichting is een verhaal apart, zien is geloven. Zelfs het ballet was geen storende factor. Het was volledig in de handeling geïntegreerd waardoor het nadrukkelijk bijdroeg in de spanningsopbouw. Zo kan het dus ook.

Paolo Carignani leidde op grootse wijze het Nederlands Philharmonisch Orkest dat door hem naar grote hoogte wordt gestuwd. Het koor van DNO was van een uniek nivo en excelleerde zowel in de verstilde momenten als in de grote uitbarstingen. John Osborn was de grote sensatie in de concertante uitvoering in de matinee een aantal jaar geleden. Ook vanavond zong hij een opwindende Arnold van hoog niveau alhoewel op  momenten deze loodzware partij zijn tol eisten. Nicola Alaimo wist zijn rol met autoriteit en ontroering te zingen. Marina Rebeka overtuigde als Mathilde.

Helaas liet het premiere publiek zich op momenten van zijn slechtste kant zien. Waarschijnlijk door gebrek aan kennis werd door verkeerd getimed applaus de spanning en de structuur diverse malen uit de avond gehaald. Voorbeelden zijn het lange applaus voor het cabaletta in de grote aria van Arnold of het applaus vlak voor het schieten van de pijl door Tell. Na het applaus na elk deel bij de zevende van Bruckner tijdens de kerstmatinee van het KCO kan niet anders geconcludeerd worden dat het Nederlandse publiek een ziekelijk behoefte heeft om te moeten klappen. Jammer en een smet op een zeer geslaagde avond. (JB)

donderdag 17 januari 2013

Nieuw CD Fritz Wunderlich




Luigi Cherubini (1760–1842)
Les Deux Journees/Der Wasserträger (in deutscher Sprache)


Fritz Wunderlich, Hildegard Hillebrecht, Marcel Cordes, Robert Hoyem, Christa Lippmann, Südfunk-Sinfonieorchester, Hans Müller-Kray
Label: Archipel, ADD, opname uit 1962

Voor het luisteren van fragmenten klikt u hier

maandag 14 januari 2013

pocketversie van La Bohème


De Nationale Reisopera heeft het Resident Artists Programme ontwikkeld om jong talent een kans te bieden zich binnen het professionele operagezelschap te bekwamen in het vak. Het gaat hierbij om jonge, getalenteerde zangers maar ook bijvoorbeeld om repetitoren, dirigenten, decor- en kostuumontwerpers.

Op zondag 13 januari 2013 bezocht ik in de kleine zaal van het theater aan het Spui in Den Haag de pocketversie van La Bohème. Dit betrof een reprise van de productie uit 2011. Eén van de doelen van de pocketversie is om ook in kleinere zalen opera te brengen die normaliter alleen op het grote podium te zien is. 

Deze La Bohème is ingekort tot een minuut of zeventig zonder pauze. Dit betekent dat de focus is komen te liggen op de twee koppels in het verhaal en dat de overige partijen verdwenen zijn of slechts een ondersteunende rol hebben in de handeling. Dit betekent bijvoorbeeld dat de aria’s van Schaunard en Colline verdwenen zijn en de tweede akte zich grotendeels beperkt tot de wals van Musetta. De grootste coupure zit in de vierde akte waar na het duet van Rodolfo en Marcello gelijk wordt overgegaan op het moment dat Musetta en Mimi binnenkomen. Hierdoor mist deze versie  veel uit de voor Puccini kenmerkende wereld van de “piccole cose” maar de kracht van La Bohème blijft bewaard.

Bij het uitgangspunt van een pocketversie past geen volledig orkest. De begeleiding bestond uit piano, klarinet en cello. Uiteraard is dit een groot verschil met de orkestklank die normaliter klinkt maar binnen de context voldeed dit prima. Met name de keuze voor de klarinet is een gelukkige, zeker in de lyrische momenten waar de stem wordt gedubbeld.

Het aantal producties van La Bohème is immens. Wat kan een kleine productie als deze in dramaturgisch aspect daar nog aan toe voegen? Interessant is de regie zeker.  Christian Carstens ziet de personages als personen die zichzelf onaantastbaar vinden en alleen vanuit zichzelf redeneren. Deze hedonistische benadering van de hoofdpersonen en het onvermogen het zich aankondigende noodlot te kunnen duiden en hiermee te kunnen omgaan komt knap tot uiting in de personenregie. De eerste ontmoeting van Mimi en Rodolfo is hier geen moment van doorleefde liefde en  sentiment.  De kleine handelingen die normaliter een zachte glans verlenen – het verstoppen van de sleutel,  het uitgaan van de kaars – zijn hier eerder berekenende handelingen in het snelle zoeken naar bevrediging. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Rodolfo in de vierde akte Mimi geen moment in zijn armen heeft. De ontreddering bij Rodolfo is meer gelegen in het feit dat hij zich geen raad weet met de catastrofe die zich afspeelt dan met het verlies van een geliefde. De tranen die vloeien komen eerder voort uit onmacht en zelfbeklag dan uit waarachtig verdriet. Zeker is dat deze La Bohème elk zoete sentiment ontbeert. Het maakt het er niet minder navrant op. 

Het ensemble aan zangers bestaat uit jonge zangers die aan het begin van een veelal internationale carrière staan. Het mooie van deze productie is dat er op geen enkele wijze sprake is van  vrijblijvendheid of grote concessies. Dit geldt zowel voor de productie als de muzikale begeleiding en het vocale deel. 

Alle zangers passen prima binnen de context van deze productie en met hun kwaliteiten tillen zij het niveau van de voorstelling boven hetgeen er van verwacht mag worden. Het spel is zoals tegenwoordig vereist dynamisch en expressief en ook op vocaal gebied werden veel wensen vervuld. Hannah Medlam en ThorbjørnGulbrandsøy als Mimi en Rodolfo zorgden voor diverse fraaie ontroerende  momenten met als hoogtepunt het slot van de derde akte. Bora Balci en Sonja Volten als tweede koppel sloten bij dat niveau aan.  Sonja Volten buitte mogelijkheden die de wals haar bood ten volle uit.

Bijzonder voor de FWSH is dat ons lid  Tristan Faes te horen en zien was als Schaunard en dat binnen de mogelijkheden die zijn zwaar gecoupeerde rol hem gaf dat uitstekend deed. Binnenkort zullen wij meer aandacht aan hem besteden op deze blog. Hij zal in ieder geval binnenkort te zien zijn als lid van het koor in Parsifal bij de Vlaamse opera.

Deze productie reist nog een korte tijd door Nederland en verdient veel meer bezoekers dan zondag in Den Haag. Voor de speeldata en theaters verwijzen wij u naar de site van de Nationale Reisopera. Zeer de moeite waard ! (JB)

vrijdag 11 januari 2013

Joseph Calleja in het concertgebouw

Eén van de grootste verrassingen van het Operalia concert dat ik in Londen bezocht was het optreden van Jospeh Calleja. Sinds zijn optreden in het Muziektheater in 2004 is er een heleboel ten goede veranderd. Het is dus reikhalzend uitkijken naar zijn recital in het concertgebouw op 31 januari aanstaande.

Het programma is om van te smullen, de ene favoriete aria na de andere is aangekondigd. Bijvoorbeeld E lucevan le stelle waarin hij een tijdens de proms een prachtig diminuendo laat horen. Zou hij geluisterd hebben naar Corelli in zijn beroemde/beruchte opname uit Parma? En sta er niet vreemd van te kijken als Nessum Dorma en Granada als toegift te horen zullen zijn. En voor de prijs van het kaartje hoef je het al helemaal niet te laten, Calleja verdient een volle zaal.

Voorpret is mogelijk met de nieuwe CD van Calleja, een ode aan Mario Lanza of met de bluray van Simon Boccanegra waar Calleja naast Domingo schittert. En dit clipje is zeker niet te missen. (JB)

125 Jubileum Concertgebouw

Afgelopen dinsdag werd het Jubileum van het Concertgebouw afgetrapt met een concert in de stijl van de eerste jaren van het concertgebouw. Diverse leden van de FWSH hebben het concert bezocht.

Een recensie van de avond is hier te lezen.

 Ik ben een stuk minder mild over de avond. Muzikaal - ik heb het Nederland Philharmonisch wel eens beter en met name mooier horen spelen - viel het tegen. De verdere omlijsting van Geert Mak voegde weinig toe. Gelukkig redde Eva-Maria Westbroek met haar charisma en uitstraling nog iets van de avond. Wie het wil terugzien, hier is de uitzending te vinden.

Voor het verdere vervolg van het jubileum zie hier. Maris Jansonss en het KCO in Mahler, Angela Gheorghiu,  Janine Jansen en Bernard Haitink en Menahem Pressler en Lucas Jussen. Een greep uit het aanbod dat niet te versmaden is. (JB)




donderdag 3 januari 2013


Beste Wunderlich vrienden,

Onze Wunderlich vriend Tristan Faes is momenteel in productie bij de Nationale Reisopera.
Hij speelt / zingt mee in een gereduceerde versie van La Bohème (zie onder). 


Groeten Piet Boers voorzitter FWSH