maandag 14 januari 2013

pocketversie van La Bohème


De Nationale Reisopera heeft het Resident Artists Programme ontwikkeld om jong talent een kans te bieden zich binnen het professionele operagezelschap te bekwamen in het vak. Het gaat hierbij om jonge, getalenteerde zangers maar ook bijvoorbeeld om repetitoren, dirigenten, decor- en kostuumontwerpers.

Op zondag 13 januari 2013 bezocht ik in de kleine zaal van het theater aan het Spui in Den Haag de pocketversie van La Bohème. Dit betrof een reprise van de productie uit 2011. Eén van de doelen van de pocketversie is om ook in kleinere zalen opera te brengen die normaliter alleen op het grote podium te zien is. 

Deze La Bohème is ingekort tot een minuut of zeventig zonder pauze. Dit betekent dat de focus is komen te liggen op de twee koppels in het verhaal en dat de overige partijen verdwenen zijn of slechts een ondersteunende rol hebben in de handeling. Dit betekent bijvoorbeeld dat de aria’s van Schaunard en Colline verdwenen zijn en de tweede akte zich grotendeels beperkt tot de wals van Musetta. De grootste coupure zit in de vierde akte waar na het duet van Rodolfo en Marcello gelijk wordt overgegaan op het moment dat Musetta en Mimi binnenkomen. Hierdoor mist deze versie  veel uit de voor Puccini kenmerkende wereld van de “piccole cose” maar de kracht van La Bohème blijft bewaard.

Bij het uitgangspunt van een pocketversie past geen volledig orkest. De begeleiding bestond uit piano, klarinet en cello. Uiteraard is dit een groot verschil met de orkestklank die normaliter klinkt maar binnen de context voldeed dit prima. Met name de keuze voor de klarinet is een gelukkige, zeker in de lyrische momenten waar de stem wordt gedubbeld.

Het aantal producties van La Bohème is immens. Wat kan een kleine productie als deze in dramaturgisch aspect daar nog aan toe voegen? Interessant is de regie zeker.  Christian Carstens ziet de personages als personen die zichzelf onaantastbaar vinden en alleen vanuit zichzelf redeneren. Deze hedonistische benadering van de hoofdpersonen en het onvermogen het zich aankondigende noodlot te kunnen duiden en hiermee te kunnen omgaan komt knap tot uiting in de personenregie. De eerste ontmoeting van Mimi en Rodolfo is hier geen moment van doorleefde liefde en  sentiment.  De kleine handelingen die normaliter een zachte glans verlenen – het verstoppen van de sleutel,  het uitgaan van de kaars – zijn hier eerder berekenende handelingen in het snelle zoeken naar bevrediging. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Rodolfo in de vierde akte Mimi geen moment in zijn armen heeft. De ontreddering bij Rodolfo is meer gelegen in het feit dat hij zich geen raad weet met de catastrofe die zich afspeelt dan met het verlies van een geliefde. De tranen die vloeien komen eerder voort uit onmacht en zelfbeklag dan uit waarachtig verdriet. Zeker is dat deze La Bohème elk zoete sentiment ontbeert. Het maakt het er niet minder navrant op. 

Het ensemble aan zangers bestaat uit jonge zangers die aan het begin van een veelal internationale carrière staan. Het mooie van deze productie is dat er op geen enkele wijze sprake is van  vrijblijvendheid of grote concessies. Dit geldt zowel voor de productie als de muzikale begeleiding en het vocale deel. 

Alle zangers passen prima binnen de context van deze productie en met hun kwaliteiten tillen zij het niveau van de voorstelling boven hetgeen er van verwacht mag worden. Het spel is zoals tegenwoordig vereist dynamisch en expressief en ook op vocaal gebied werden veel wensen vervuld. Hannah Medlam en ThorbjørnGulbrandsøy als Mimi en Rodolfo zorgden voor diverse fraaie ontroerende  momenten met als hoogtepunt het slot van de derde akte. Bora Balci en Sonja Volten als tweede koppel sloten bij dat niveau aan.  Sonja Volten buitte mogelijkheden die de wals haar bood ten volle uit.

Bijzonder voor de FWSH is dat ons lid  Tristan Faes te horen en zien was als Schaunard en dat binnen de mogelijkheden die zijn zwaar gecoupeerde rol hem gaf dat uitstekend deed. Binnenkort zullen wij meer aandacht aan hem besteden op deze blog. Hij zal in ieder geval binnenkort te zien zijn als lid van het koor in Parsifal bij de Vlaamse opera.

Deze productie reist nog een korte tijd door Nederland en verdient veel meer bezoekers dan zondag in Den Haag. Voor de speeldata en theaters verwijzen wij u naar de site van de Nationale Reisopera. Zeer de moeite waard ! (JB)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten