Een aantal nieuwe namen is te horen en te zien. Verdwenen is de Mime van Graham Clark maar daar is die van Wolfgang Ablinger-Sperrhacke voor terug gekomen. Zijn spel is uiteraard minder elastisch dan die van Clark maar vocaal is er net zoveel zo niet meer te genieten. Thomas Johannes Mayer is als der Wanderer een klasse beter als Wotan. Der Wanderer ligt hem qua stemligging veel beter waardoor hij niet zo gespannen klinkt zoals in de eerdere Ring delen. Ook bij hem is er vocaal ontzettend veel te genieten. Een andere grote verrassing was de Brünnhilde van Catherine Naglestad. Ik vreesde dat deze rol toch te zwaar voor haar zou zijn maar de Siegfried Brünnhilde past haar wonderwel. In februari zal zij weer te horen zijn als Sieglinde. De rest van de zangers sloot zich bij dit nivo aan. In dit kader moet zeker het spel van het Nederlands Philharmonisch Orkest onder leiding van de onvolprezen Hartmut Haenchen genoemd worden. Dit is Wagnerspel van het allerhoogste (international) niveau waar DNO mee mag pronken.
De regie van Audi heeft nog niet aan kracht ingeboet. Na de hightech uit Valencia en New York zorgt de analoge technologie in de Audi Ring voor een rust en diepgang die ik eerder niet zag. Alles is raak, alles treft doel en heeft een doel. Audi blijft in de Ring een meesterlijke verteller die de Ring tijdloos en redelijk pretentieloos brengt. Van harte aanbevolen. (JB)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten